‘Hier kun je pionieren. Dat hebben we hier bereikt.’

Denise en Maarten Anjema - begonnen bar-restaurant Bonnefooi

Denise en Maarten Anjema, zijn echte Tullepetaonen. Toch misten ze iets in hun geliefde Roosendaal: een espressobar, restaurant en bar ineen. Maar dan wel een met een bijzondere kaart van wereldgerechten en bijzondere drankjes. Die is er nu: Bonnefooi. In drieënhalf jaar bouwden ze een florerend familiebedrijf waarin hun ouders, Denise’s tante, Maartens broers en nog een aantal enthousiaste teamleden meewerken.

Eten en drinken zoals we dat zelf willen. Dat hebben we hier bereikt.

‘Wij wilden iets neerzetten waar we zelf graag zouden komen. En waar we kunnen eten waar we zelf van houden, zoals kippenhartjes en rendang runderstoofvlees. Geen friet maar wel saté. Maar dan weer géén satésaus, want de saté is vanzelf al lekker genoeg. Dus we beginnen heel eigenwijs. Omdat de toeloop van gasten geleidelijk op gang kwam, kregen we de kans om te ontdekken hoe ver we konden gaan. Zo wisten we het vertrouwen van onze gasten te winnen met geven en nemen. Dus de friet en satésaus zijn er bijgekomen en onze geliefde gerechten uit de oosterse en Aziatische keuken zijn gebleven.’ Hun voorkeur laat zich verklaren: Denise’s moeder is Surinaams/Javaans, net als haar tante die bij Bonnefooi kookt en Maarten studeerde een tijdje Arabisch in de Jordaanse hoofdstad Amman en reisde veel rond.

Roosendaal is onontgonnen gebied. Hier kun je pionieren en de eerste zijn met iets.

‘Het mooie van Roosendaal is dat je snel bekend raakt. Dus als je het goed doet, dan gaat dat als een lopend vuurtje. Dat stelt ook hoge eisen aan je bedrijf. In een stad vol toeristen kun je misschien nog wel eens een minder lekker broodje verkopen, de volgende dag zijn er toch weer andere mensen. Hier niet. Wij hebben ook wel andere steden overwogen, maar Roosendaal is onontgonnen gebied. Hier kun je pionieren en de eerste zijn met iets. En juist dát vinden we leuk. Zo staat er nu ‘muhammara kip’ op de kaart, een Syrisch gerecht. Ofschoon niemand weet wat het precies is, wordt het op een vrijdagavond toch tien keer besteld. Dat hebben we toch maar mooi bereikt!’

Doen wat je zelf leuk vindt.

‘Het is ook dankbaar om dit in Roosendaal te doen. Vooral jongeren laten weten hoe blij ze met ons zijn omdat we iets bieden dat er eerst nog niet was. Dat is zó leuk om te horen. Dat bewijst voor ons dat je dicht bij eigen droom moet blijven. Doe wat je zelf leuk vindt. Wij overwegen nu om een paar tafels op te offeren voor een jeu de boules-baan. Dat is misschien niet commercieel, maar wel leuk!’