Ruimte voor mijn Olympische ambities. Dat heb ik bereikt.

De nu zestienjarige discuswerpster Alida van Daalen wil Nederlands jongste atlete zijn op de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. Omdat haar sport zoveel van haar vraagt, koos ze voor een school die hier rekening mee houdt: het Johan Cruyff College in Roosendaal. En zo ontdekte de ambitieuze Rotterdamse hoe knus deze Brabantse stad is.

‘Ik had geen plan B, ik wilde per se naar het Johan Cruyff College in Roosendaal omdat deze school je steunt in je sportieve ambities. Zo kun je tijdens een toernooi de opgenomen lessen online volgen en ook online contact met je docenten opnemen. Dat is handig want in het najaar van 2018 nam ik deel aan de Jeugd Olympische Spelen in Argentinië. Daar werd ik helaas vierde. Net daarvoor had ik zilver en brons gewonnen op het EK 2018 onder achttien jaar in Hongarije.

Als je Rotterdam gewend bent, dan is Roosendaal heel knus en gezellig.

‘Ik koos voor de studie Medewerker Marketing, Communicatie en Evenementenorganisatie Sport. De school heeft ook de opleiding Trainer/Coach, maar als ik op school ben, wil ik even niks met sport te maken want ik train al vijftien uur per week met discuswerpen en ook kogelstoten. Aan het begin van schooljaar kregen we een kennismaking met de stad: een speurtocht, lasergamen en karten. Dat beviel me heel goed. Als je Rotterdam gewend bent, dan is Roosendaal heel knus en gezellig.’

‘Als beginnend student kreeg ik van de gemeente een welkomstpakket. Daar zat een pet bij en een wedstrijd: maak een foto met die pet op bij je favoriete plek. Dus ik maakte een selfie op het Johan Cruyff College en won een uitgaansbon van 500 euro. Daar ben ik met mijn vriendinnen van mijn Rotterdamse atletiekvereniging mee wezen stappen in Roosendaal. Ook die vonden het hier heel erg leuk!’

Misschien komen we wel hier wonen.

‘Mijn moeder, Jacqueline Goormachtigh, is mijn coach en een van Nederlands beste discuswerpsters. Mensen denken vaak dat zij mij in de richting van deze sport heeft geduwd maar zij wilde juist dat ik ging basketballen of turnen. Ik was het die op atletiek wilde, toen ik acht was. In de jaren later ontdekte ik op internet dat zij daar heel goed in is geweest. Pas toen ging ze daarover vertellen. Mijn ouders zijn nu op zoek naar een woning met een loods waar specifieke werpoefeningen kunnen worden gedaan. We zoeken iets tussen Rotterdam en Roosendaal, dus misschien komen we wel hier wonen. Mijn moeder is weg van de Roosendaalse binnenstad.’